Als accountant/belastingadviseur streven we ernaar dat u een zo laag mogelijke fiscale belastingdruk hebt. Een juiste planning van investeringen of desinvesteringen kan u vele euro’s belastingvoordeel opleveren.
Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek
Als u investeert in bedrijfsmiddelen en de totale investeringen per jaar zijn minder dan € 318.449 dan kunt u een percentage van het investeringsbedrag in mindering brengen op uw winst. Alleen goederen die bestemd zijn voor gebruik binnen uw onderneming (materiële vaste activa), komen hiervoor in aanmerking. Grond, woonhuizen, personenauto’s en voor verhuur aan anderen bestemde zaken zijn van aftrek uitgesloten. Ook een bedrijfsmiddel dat minder kost dan
€ 450 blijft buiten de aftrek. Voor 2019 gelden de volgende bedragen:
Investeringsbedrag | Investeringsaftrek |
---|---|
Minder dan € 2.300 | nihil |
Tussen € 2.300 en € 57.321 | 28% |
Tussen € 57.321 en € 106.150 | € 16.051 |
Tussen € 106.150 en € 318.449 | € 16.051 -/- 7,56% van de investering boven de € 106.150 |
Meer dan € 318.449 | nihil |
Praktijkvoorbeeld
U koopt in november 2019 een bedrijfspand voor € 280.000 en nieuwe inventaris voor € 40.000. De totale investering is hoger dan het maximum van € 318.449. U hebt dan in 2019 geen recht op de investeringsaftrek. Door de investering in de inventaris te verschuiven naar 2020 krijgt u in 2019 en 2020 wél investeringsaftrek. Voor het pand bedraagt dit slechts € 2.908 (zijnde € 16.051 -/- (7,56% * (€ 280.000 -/- € 106.150)). In 2020 bedraagt de investeringsaftrek voor de inventaris echter 28% van € 40.000 = € 11.200. Door de investeringen te spreiden, hebt u recht op in totaal € 14.100 aftrek, wat bij een belastingtarief van 40% leidt tot een voordeel van € 5.643!
U ziet dat het aftrekpercentage lager wordt naarmate het investeringsbedrag hoger is. Het is voor u dus van belang om uw investeringen goed te plannen om het maximale voordeel te behalen. Dat kan betekenen dat u investeringen moet uitstellen naar een volgend jaar, of juist niet.
Voor investeringen tussen € 57.321 en € 106.150 geldt een vaste investeringsaftrek van € 16.051. Als uw investeringen in een jaar hoger dreigen te worden dan € 57.321, dan kan het voordeliger zijn om een deel van de investeringen een jaar later te doen.
Desinvesteringen
Als u goederen waarvoor destijds investeringsaftrek in aanmerking is genomen, binnen vijf jaar na het begin van het jaar van aanschaf verkoopt of buiten uw onderneming gaat gebruiken, dan moet u een percentage van de verkoopwaarde bij uw winst tellen. Dit percentage is gelijk aan het destijds afgetrokken percentage investeringsaftrek. Bovendien moet de desinvestering méér bedragen dan € 2.300. Het kan dus lonend zijn om de desinvestering uit te stellen tot in het zesde jaar na de aanschaf.
Energiebesparende en/of milieubesparende middelen
Als u investeert in bedrijfsmiddelen die energiebesparend zijn (deze zijn genoemd in de zogeheten Energielijst), dan levert dat voor u een extra aftrekpost op van 45% van deze investering. Dit investeringsbedrag is gemaximeerd tot € 139.000.000. Bij investeringen in bedrijfsmiddelen die milieubeschermend zijn (genoemd in de Milieulijst) is dat een extra aftrekpost van 13,5%, 27% respectievelijk 36% van de investering. Het percentage is afhankelijk van de categorie waarin de milieu-investering valt. Voor beide extra aftrekposten geldt dat tenminste € 2.500 dient te worden geïnvesteerd. Slechts één van deze twee extra aftrekposten komt overigens bovenop de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek. U moet kiezen. De investering moet binnen drie maanden nadat de investeringsverplichting is aangegaan aangemeld zijn bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, www.rvo.nl. Melding te laat betekent: geen aftrek. Neemt u daarom tijdig contact op!
De investering moet binnen drie maanden nadat de investeringsverplichting is aangegaan aangemeld zijn bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
Afschrijvingen
Investeringen, behalve die in grond, dienen te worden afgeschreven. Deze afschrijving vermindert het fiscale resultaat. De fiscale afschrijving op bedrijfsmiddelen mag per jaar niet hoger zijn dan 20% van de aanschafprijs, in feite dus in tenminste vijf jaar. Goodwill wordt in 10 jaar afgeschreven terwijl panden een nog veel langere afschrijvingstermijn kennen. Bij onroerend goed geldt de bodemwaarde. Als de boekwaarde door afschrijving is gedaald tot de bodemwaarde kan fiscaal niet langer worden afgeschreven. Voor een gebouw in eigen gebruik in de inkomstenbelasting is de bodemwaarde 50% van de WOZ-waarde, voor een verhuurd pand is dat 100% van de WOZ-waarde. Per 1 januari 2019 geldt voor een pand in eigen gebruik in de vennootschapsbelasting een afschrijving tot 100% van de bodemwaarde, tenzij het specifieke overgangsrecht voor de jaren 2019 t/m 2021 van toepassing is.
Willekeurige afschrijvingen
In een aantal situaties kunt u min of meer zelf bepalen hoeveel u in een jaar afschrijft. Afhankelijk van uw fiscale positie schrijft u sneller of juist minder snel af. Deze faciliteit geldt bij milieubedrijfsmiddelen (opgenomen in de Milieulijst); bij startende ondernemers in de jaren waarop zij recht hebben op startersaftrek (maar niet bij startende ondernemers met een BV!). Dit betekent bijvoorbeeld dat u in enig jaar 75% mag afschrijven (over het investeringsbedrag verminderd met de restwaarde).
Herinvesteringsreserve
Bij de verkoop van een bedrijfsmiddel realiseert u een belastbare boekwinst voor zover de verkoopprijs hoger is dan de boekwaarde. Als u van plan bent om een vervangende investering te doen, dan kan directe belastingheffing worden voorkomen door de boekwinst op te nemen in de fiscale herinvesteringsreserve. De bespaarde belasting kan worden benut voor de financiering van een vervangende investering. De herinvesteringsreserve wordt bij aankoop van een vervangend goed omgezet in een eerste afschrijving daarvan. In de resterende jaren kan daardoor minder worden afgeschreven. Als u het bedrijfsmiddel niet binnen drie jaar hebt vervangen, dan valt de herinvesteringsreserve alsnog in de winst. U moet de belasting alsnog betalen.
Voorbeeld
Stel u verkoopt uw bedrijfspand met een boekwinst van € 300.000. Hierover zou belasting verschuldigd zijn. Deze heffing blijft achterwege als u de herinvesteringsreserve toepast. Doordat er nu geen belasting verschuldigd is, blijft er meer vermogen beschikbaar om te herinvesteren. Stel dat het nieuwe pand voor € 1.000.000 wordt aangeschaft. Normaal gesproken zou dit pand voor
€ 1.000.000 op de balans komen en kan daarover worden afgeschreven. Indien de herinvesteringsreserve wordt benut, dient de aanschafwaarde hiermee echter verlaagd te worden. De boekwaarde wordt dan € 1.000.000 -/- € 300.000 = € 700.000. Dit vormt na aftrek van de restwaarde de grondslag voor de vaststelling van de hoogte van de jaarlijkse afschrijving.
Conclusie
Als u gaat investeren of desinvesteren is het van belang de fiscale gevolgen goed in beeld te hebben. Neemt u hiervoor tijdig contact met ons op. Dan kunnen wij u optimaal adviseren en het maximale fiscale resultaat behalen.
Disclaimer
Dit artikel is gebaseerd op de regelgeving zoals op 1 januari 2019 bekend is. Deze nieuwsvoorziening is met grote zorg samengesteld. Voor eventuele onvolkomenheden kunnen wij geen aansprakelijkheid aanvaarden. Druk- en zetfouten voorbehouden.